Terwijl de kosten in de (geestelijke) gezondheidszorg de pan uitrijzen, blijven hulpverleners vasthouden aan kostbare en trage behandelingen. Het is niet uitzonderlijk dat patiënten jarenlang ‘in therapie’ zijn. Inzicht, verwerking en begrip zijn vaste uitgangspunten van de ‘luisterende therapeut’, maar blijken in de praktijk niets anders dan een vorm van pappen en nathouden. Het wordt tijd dat de therapeut zich echt laat zien en het risico neemt om te zeggen wat hij echt vindt, ook al kunnen zijn interventies hard aankomen. Want zachte heelmeesters maken alleen maar stinkende wonden, volgens Jeffrey Wijnberg. Hij laat overtuigend zien waarom de geitenwollensokken-psychologie failliet is. En dat niet alleen. Hij biedt ook het alternatief van de provocatieve stijl; een aanpak die mensen direct aanspreekt op hun persoonlijke kracht en zelfredzaamheid. Hoe dat met humor, warmte en goed contact kan, valt te lezen in dit boek.
Jeffrey Wijnberg is al ruim dertig jaar werkzaam als psychotherapeut.
Eerder verschenen o.a. van hem bij Scriptum: Horken & heksen, ‘Dat moet ik nog een plekje geven’, Het neurotisch handboek, en, samen met Jaap Hollander, Succes is ook niet alles en Provocatief coachen.
Zachte heelmeesters. Het failliet van de geitenwollensokken-psychologie
Auteur Jeffrey Wijnberg
160 pagina's
135 x 215 mm
Gebonden met stofomslag,
geïllustreerd met Sigmund-illustraties van Peter de Wit
ISBN 978 90 5594 881 9 NUR 770
Recensie Sociale Psychiatrie:
Wie zichzelf een spiegel durft voor te houden en kritisch naar het eigen handelen kan kijken, zal aan dit boek veel plezier beleven. Wie denkt dat de door hem bedreven therapie en opvattingen heilig zijn, zal zich ergeren aan dit boek. Het is geen boek waar je het een beetje mee eens of oneens kunt zijn. Je kunt de provocatieve wijze van denken en handelen van Wijnberg omarmen of je gaat er smalend aan voorbij. Alsof de auteur zichzelf bewust is van dit gegeven, legt hij in het boek uit dat het hem niet te doen is om kritiek op wie dan ook uit te oefenen, maar wel om de aanpak van psychische problemen op een hoger plan te tillen. De aanpak van Wijnberg past bij (mondige) mensen die zelf met een hulpvraag bij de therapeut verschijnen. Het gaat hierbij niet om de psychotische patiënt, iemand met een autistische stoornis of forse stemmingswisselingen maar om mensen die vanuit hun persoonlijkheid worstelen met de vragen en problemen des levens. Met de daarbij behorende angsten, onzekerheden, streven naar perfectie of juist het tegenovergestelde. Hij gaat met zekere zelfspot tekeer tegen behandelaren die zo nodig het verleden moeten uitdiepen omdat ze denken dat daar de verklaring te vinden is voor het huidige lijden, die vinden dat van alles en nog wat verwerkt moet worden, dat er geduldig geluisterd moet worden omdat het hoort bij een respectvolle benadering en dat inzicht nodig is om tot verandering te komen. Menig heilig huisje wordt flink opgeschud. Het boeiende aan de provocatieve denk- en handelwijze van Wijnberg is dat het tot nadenken stemt. Waar moet de hulpverlener stoppen met helpen en waar werkt helpen zelfs averechts? Hoe krijgt de hulpverlener de client zelf in beweging? Daar weet Wijnberg wel raad mee. En anders laten de tekeningen van Peter de Wit (Sigmund) ons wel zien wat de auteur bedoeld. Tekst en tekeningen sluiten naadloos bij elkaar aan. Mocht u al geen liefhebber zijn van Sigmund, dan is dit boek niet aan u besteed. Waardeert u Sigmund, dan zult u wellicht net als deze recensent van begin tot eind met een glimlach dit boek lezen en met enkele waardevolle gedachten de dagelijkse praktijk tegemoet treden.
verschenen in Sociale Psychiatrie Oktober 2012