De relatiemarkt lijkt wel wat op de huidige huizenmarkt: de vraag is groot en het aanbod is nogal magertjes. Is er dan wel een kandidaat die heel begeerlijk lijkt, dan is er ook nog altijd wel iemand anders die jou de pas heeft afgesneden. En van de exemplaren die overblijven, ligt een afknapper al gauw op de loer.
Ook tijdens de eerste ontmoeting is er een goede vergelijking te trekken tussen de aantrekkelijkheid van een koopwoning en die van een eventuele levenspartner. Zo kan de woning er in zijn geheel best goed uitzien, maar met een postzegel van een tuin op het noorden, denk je toch: ‘wat een afknapper’. Evenzo kan dat ook met een eerste date. Over het geheel genomen is het best wel een goede kerel, inclusief zijn gezond en sportief uiterlijk, maar toen hij voorstelde om de kosten van het wijntje met borrelhapje te delen, dacht je: ‘wat een afknapper’. Nu zou je kunnen zeggen dat tegenwoordig wel heel veel eisen aan en levenspartner worden gesteld, zoveel dat geen enkele manspersoon het goed kan doen in de ogen van een moderne vrouw. Maar ook al zou dat zou zijn, waarom zou de vrouw genoegen moeten nemen met minder, vooral als zij er een leven lang tegenaan moet kijken. Nee, het is volledig terecht dat de vrouw gaat voor hoge kwaliteit, net zoals zij ook geen huis zou kiezen die op instorten staat. Nu praten mensen dikwijls in termen van ‘types’, zowel bij het zoeken naar een huis als ook bij het willen hebben van levenspartner. Zo kan de vrouw zeggen: ‘het type jaren-dertig-woning is niets voor mij’ net zoals zij zou zeggen: ‘de man die kalend is en klein van stuk, is niet mijn type’. In de praktijk blijkt de type-voorkeur weinig verschil te maken. In ieder geval heeft een definitief ‘nee’ eerder te maken met de veel voorkomende afknappers. Zo vertelt Kees dat hij echt gek was op een meisje, maar toen hij haar voor het eerst zoende en zij dat deed alsof zij bij de tandarts voor controle kwam, was hij op slag op haar afgeknapt. En Heleen vertelt mij van een man die voor haar echt aantrekkelijk was, maar toen hij niet kon ophouden over zijn ex, dacht zij: ‘hier begin ik niet aan’. Zowel bij een huis als bij een levenspartner moet het toekomstgevoel goed zijn, het blije gevoel dat er echt perspectief is. Dat toekomstperspectief kan ruw verstoord worden als er maar iets is wat walging of weerzin opwekt.
De keuze voor een woning of een levenspartner echt een gevoelskwestie. Voor de woning geldt dat het idee om daar voor langer te vertoeven blijdschap geeft. Voor de levenspartner geldt dat het idee om voor langer samen te zijn ook blijdschap geeft. Het enige verschil is dat, op termijn, de woning weer gemakkelijker kan worden verkocht.
Er heeft nog niemand gereageerd op deze pagina.
RSS feed van de reacties op deze pagina | RSS-feed voor alle reacties