De strijd verliezen is al moeilijk genoeg. Om openlijk toe te geven de verliezer te zijn, is voor menigeen al helemaal geen aantrekkelijke optie. En dat is ook logisch. Aan het kortste eind trekken is nu eenmaal niet iets waar mensen vrijwillig hun best voor doen.
Gelukkig hoeft dat ‘toegeven’ ook niet. Bij verlies kan altijd met de vinger gewezen worden naar iemand anders door te suggereren dat zijn vechtstijl oneerlijk, gemeen, onder de gordel of anderszins verwerpelijk is. Dat verklaart de populariteit van de uitdrukking ‘de manier waarop’. Zo zal iemand die zijn baan is kwijtgeraakt door een noodzakelijke reorganisatie doorgaans zeggen: ‘Kijk, dat er mensen ontslag zouden krijgen, dat wist ik. En dat ik er dan één van ben, ok lullig, maar een feit. Maar de manier waarop, zo kil en tactloos, tja, dat is een club waar ik niet eens meer voor zou willen werken.’ Oftewel: terug-dumpen. Over dumpen gesproken: meer dan eens worden tegenwoordig relaties beëindigd met een tekstbericht, waardoor het al helemaal voor de hand ligt om de dumper af te schilderen als laf en gevoelloos met de opmerking: ‘Dat onze relatie kansloos was, daar was ik zelf ook wel achter, maar de manier waarop hij het dan vervolgens afdoet met een sms’je, dat is toch te zielig voor woorden’. Ook ruzies tussen echtelieden eindigen meestal in verbale varianten op ‘de manier waarop’ door uitspraken als ‘ook al heb je gelijk, dan hoef je toch niet zo te schreeuwen’ of ‘ik snap heus wel wat je bedoelt, maar dan is het toch niet nodig om zo minachtend te kijken’ en ‘toegegeven dat ik me niet aan de afspraak heb gehouden, maar dat betekent toch niet dat je mijn fouten zo in hoeft te wrijven’. Ik weet natuurlijk niet hoe het u vergaat, maar de morele verontwaardiging die spreekt uit de woorden ‘de manier waarop’, werkt bij mij altijd op de lachspieren. Bovendien voel ik dan de onbedwingbare neiging om ‘een alternatieve manier’ te bedenken. Zo klaagde een patiënt onlangs over de manier waarop (‘een leger aan advocaten’) zijn zakenpartner de samenwerking had opgezegd, waarop ik zei: ‘O ja, dus als hij bij u was gekomen met gebak en een bloemetje, u omhelsd had met de woorden: ‘Lieve Jan, aan al het goede komt een eind’, dan had u ontroerd en met instemming afscheid genomen?’ Het voorspelbare antwoord is dan: ‘Nou, misschien niet gelijk, maar het was wel degelijk een pleister op de wond geweest’.
Het zou mij niet verbazen wanneer u kritische opmerkingen plaatst over de manier waarop ik de vechtende verliezer heb beschreven. Maar één ding weet ik zeker: het is onmogelijk om slecht nieuws op een goede manier te brengen. Geef maar gewoon toe.
Jeffrey, je hebt gewoon gelijk ;-)
Rolf Rosier
15/02/2013 09:04
(12 jaren geleden)
RSS feed van de reacties op deze pagina | RSS-feed voor alle reacties