Let op je bezoekt nu de archiefsite. Bekijk de actuele website hier.

Let op deze site dient als archief.
Ga naar www.psycholoogwijnberg.nl voor de actuele website.

Columns en Archief

Diagnose:man

29 April 2019
Door: Jeffrey Wijnberg

Met enige regelmaat krijg ik mannen op het spreekuur op verwijzing van hun vrouw. Op het meegegeven briefje staat een lange lijst van klachten waarvoor de man behandeld dient te worden. Maar zoals te doen gebruikelijk begin ik niet aan een behandeling voordat ik een deugdelijke diagnose heb gesteld. Meestal is de diagnose: man.

Nu is het terecht wanneer de lezer van mij vraagt om uit te leggen wat er voor nodig is om een dergelijke diagnose in de wacht te slepen. En ik zal mij dan ook nu verantwoorden. Het spreekt voor zich dat voor een diagnose ‘man’ de persoon in kwestie er ook uit moet zien als man. Even goed kijken: baardgroei, spijkerbroek, onschuldige glimlach, benen over elkaar, smoezelige nagels, ongekamd haar, enigszins onderuit gezakt en veelvuldig achter de oren krabben. Ja, hij ziet er uit als een man. Dan goed luisteren en de woorden van hem tot mij door laten doordingen om vast te kunnen stellen of hij ook klinkt als een man: de ene na de andere relativering (‘overal is wel wat’), veel clichés (‘waar twee vechten hebben twee schuld’), regelmatig de schouders ophalen (‘ach ja, ik doe mijn best, veel meer kan ik niet doen’) en veelvuldig gelach om eigen grapjes (‘tja, misschien ben ik wel een sukkel, maar daar heb ik vrede mee, haha’). Niet zo moeilijk: die man klinkt ook echt als een man. Mijn psychologisch onderzoek moet natuurlijk ook wat diepgravender zijn, hoewel dat bij een man wat tegenstrijdig lijkt. Ik bedoel, hoe kun je dieper graven als het bij de man juist allemaal aan de oppervlakte blijft. Maar goed, ik doe mijn best. Want dat ben ik aan mijn stand, als psycholoog, wel verplicht. Dus vraag ik bijvoorbeeld: ‘hoe zie jij de relatie met jouw vrouw?’. Mogelijke antwoorden zijn: ‘ik ben eigenlijk wel tevreden, behalve wanneer zij dat niet is’ of ‘ik denk daar nooit zo over na, behalve wanneer zij daar wel een punt van maakt’ en ‘ik zie eigenlijk nooit een probleem, maar dat is nu net het belangrijkste wat haar zo irriteert’. Ook op die vraag scoort de man als man: voor hem is er geen vuiltje aan de lucht behalve dan wanneer zij iets ziet wat hij niet heeft opgemerkt. Om de diagnose ‘man’ compleet te maken, stel ik nog één vraag: ‘ben je hier omdat je haar niet kwijt wil?’ Als het antwoord ‘ja’ is en dat is eigenlijk altijd zo, dan is mijn onderzoek afgerond: hij ziet er uit als een man, hij klinkt als een man en hij denkt als een man. Diagnose: man.

Met die diagnose op zak stuur ik de man, per ommegaande, terug naar zijn vrouw en verzoek hem vriendelijk haar mede te delen dat er verder geen andere ernstige psychische afwijkingen zijn gevonden, anders dan de vastgestelde afwijking van: man.

 


Lees ook:

Bekijk alle columns

Reacties

Er heeft nog niemand gereageerd op deze pagina.

RSS feed van de reacties op deze pagina | RSS-feed voor alle reacties

Plaats uw reactie