Let op je bezoekt nu de archiefsite. Bekijk de actuele website hier.

Let op deze site dient als archief.
Ga naar www.psycholoogwijnberg.nl voor de actuele website.

Columns en Archief

Er zijn

03 April 2018
Door: Jeffrey Wijnberg

Vader of moeder zijn, dat ben je voor het leven. Maar het actieve ouderschap bestaat alleen vanaf de geboorte tot hooguit een jaar of achttien daarna. En vanaf het moment dat een kind het ouderlijk nest verlaat, zal er jaarlijks steeds minder overblijven van wat ooit was.

Tegenwoordig willen ouders, ook als de kinderen feitelijk volwassen zijn, toch een actieve rol blijven spelen. Overbodig. Voor de kinderen is het voldoende dat ouders er gewoon zijn. Een periode van extra activiteit is er natuurlijk wel als de kinderen zelf kinderen krijgen. Dan kan de kraan van het grootouderschap vol worden opengezet. De kinderen zelf hebben dan alleen nog oog voor ‘functionele opdrachten’ zoals dat de (groot)ouders op de kleintjes passen of extra geld beschikbaar stellen als er een hypotheek moet worden afgesloten. Waar ouders, in de tussentijd, vaak onder lijden is dat de kinderen zelf weinig tot niets meer delen van wat er gebeurt in hun leven. Natuurlijk worden de mijlpalen wel gevierd zoals wanneer één of andere prijs wordt gewonnen of als weer een volgend (klein)kind wordt geboren. Maar over de dagelijkse gang van zaken zullen de meeste kinderen in deze moderne tijd weinig loslaten, simpelweg omdat zij wel wat anders te doen hebben dan hun ouders op de hoogte te houden. Zij zijn bezig om carrière te maken en steken hun energie liever in het ontwikkelen van vriendschappen en het opbouwen van hun eigen gezinsleven. Voor de (groot)ouders voelt het, met het klimmen der jaren, dat er welhaast niets terugkomt van al die investeringen die zij in de kinderen hebben gedaan. Niet dat de kinderen ondankbaar zijn, maar oog hebben voor de aandachtsbehoefte van de ouders zelf, dat is er gewoonweg niet. En dat kan een gevoel van oneerlijkheid teweegbrengen. Sommige ouders zeggen tegen mij: ‘het is soms net alsof je, na gedane ouderlijke arbeid, gewoon wordt afgedankt’. Nu is het natuurlijk wel zo dat ouders, die hun taak goed volbracht hebben, kinderen afleveren die zo zelfredzaam zijn dat ouderlijke bemoeienissen gepasseerd station is. Anders gezegd: als kinderen geen beroep meer doen op hun ouders, dan is de opvoeding als geslaagd te beschouwen. In een enkel geval zal het kind wel weer een beroep doen op de ouders; of zelfs weer thuis komen wonen (boemerang-kind). Alleen dan kan het ouderschap weer worden geactiveerd. Echter, het besef dat het kind niet echt op eigen benen kan staan stemt dan ook weer niet tot vrolijkheid.

Bellen voor nieuwtjes leidt doorgaans tot een ‘gesprek’ die bol staat van nietszeggende antwoorden (‘alles goed, niets bijzonders gaande’). Uitgebreid vertellen over eigen nieuwtjes zal doorgaans alleen maar plichtmatig worden aangehoord; en snel worden afgebroken (‘moet zo naar een belangrijke vergadering’). Van het ouderschap blijft nog één taak over: er zijn.

 


Lees ook:

Bekijk alle columns

Reacties

Er heeft nog niemand gereageerd op deze pagina.

RSS feed van de reacties op deze pagina | RSS-feed voor alle reacties

Plaats uw reactie