Elk jaar neem ik, als docent, examens af bij aspirant-psychologen. En elk jaar hoop ik maar één ding, namelijk dat ik niemand hoef te laten zakken. Ook als docent is niets zo beroerd dan om een jongeling te moeten afwijzen. Vooraf komt een enkele student mij persoonlijk spreken om een laatste aanwijzing in ontvangst te nemen.
Steeds vaker zeg ik: ‘doe gewoon alsof je de beste psycholoog van Nederland ben’. Nu lijkt dit wellicht een absurd advies, simpelweg omdat al die snotapen nog nat achter de oren zijn. Maar de Engelse variant ‘fake it untill you make it’ bevat wel degelijk een belangrijke kern van waarheid. Het doen-alsof-je-de-beste-bent maakt dat je je zelfverzekerder gaat gedragen; en dat je houding alleen al in een positieve stand staat. Onbewust zal het brein vooral op zoek gaan naar alles wat je wel weet in plaats van je blind te staren op wat je niet weet. Het doen-alsof is al helemaal geen fout advies als je bedenkt dat alles wat de mens leert altijd begint met ‘doen alsof’. Of je nu voor het eerst leert fietsen, voor het eerst met iemand zoent, voor het eerst een sjaal gaat breien of voor het eerst een voordracht geeft, het vertrekpunt is dan dat je je moet verbeelden dat je de fietser, de zoener, de handwerker en de spreker al bent. Zou je het omgekeerde doen, namelijk doen alsof je niet in die rol kunt stappen, dan ben je bij voorbaat al aan de haaien overgeleverd. Met andere woorden, het doen-alsof is hetzelfde als bluffen: voorwenden alsof je al jaren niets anders doet dan wat je aan het doen bent; en daar ook nog een prachtige prestatie neerzet. Een kleine variant hierop heb ik zelf weten te volbrengen tijdens mijn eigen studietijd: een belangrijk onderdeel van de studie (gedragstherapie voor gevorderden) was al volgeboekt; en ik besloot om toch bij de eerste bijeenkomst te gaan zitten alsof ik mij wel op tijd had ingeschreven; toen de namen werden voorgelezen en die van mij er (uiteraard) niet bij stond, zei ik verontwaardigd: ‘zal wel weer een administratieve fout zijn’, waarop de docent zei: ‘ach ja, dat komt zo vaak voor’. De administratieve fout is natuurlijk nooit gevonden, maar niemand twijfelde aan mijn (onrechtmatige) aanwezigheid. Ook tijdens dit studieonderdeel was ik haantje de voorste; en tijdens één van de koffiepauzes zei de docent: ‘dit vak lijkt je op het lijf geschreven’, waarop ik antwoordde: ‘ik voel me al therapeut voordat ik het officieel ben’. De rest is geschiedenis.
Veel examenkandidaten zullen de komende werken stijf staan van de stress. En dat is begrijpelijk. Want, het is er op of er onder. Zwart of wit. Een tussensmaakje is er niet. Desondanks kan iedere kandidaat doen alsof dat het examenlokaal de plek is waar de victorie begint. Alleen dan zal het geluk je toelachen.
Er heeft nog niemand gereageerd op deze pagina.
RSS feed van de reacties op deze pagina | RSS-feed voor alle reacties