23 June 2008
Door: Jeffrey Wijnberg
Mensen hebben uiteenlopende motieven om naar een psycholoog te gaan. Sommigen willen een huwelijkscrisis bezweren, terwijl anderen juist iemand missen om een crisis mee te hebben.
Ook zijn er mensen die last hebben van familieverstikking terwijl anderen juist een hecht clubje zoeken waar ze bij kunnen horen. Waar de kersverse aanmelders voor therapie bijna allemaal naar verlangen, is het verwerven van nieuwe inzichten. Op mijn intakeformulier wordt de vraag ‘wat wilt u bereiken met uw therapie’ dikwijls beantwoord met: inzicht in mijn relatie, inzicht in mijn persoonlijkheid, inzicht in mijn besluiteloosheid of inzicht in mijn emotionele blokkades. En dat verlangen naar inzicht vind ik, als provocatieve psycholoog, echt fantastisch, al was het alleen maar omdat een echte oplossing van het probleem voor onbepaalde tijd in de ijskast kan worden gezet.
Zo weten alcoholisten, drugsverslaafden of koopmaniakken heus wel wat een deugdelijke oplossing zou zijn voor hun onmatigheid, maar kunnen een constructieve stap lekker op de lange baan schuiven omdat zij eerst nog inzicht moeten krijgen in de werkelijke oorzaken van hun ongezonde levensstijl. En ik zal u eerlijk bekennen dat ik er bijzonder veel schik in heb om hun behoefte aan ellenlange geestelijke omzwervingen te ondersteunen.
Zo is er altijd wel iets in het verleden wat als traumatisch kan worden aangemerkt, iets in het vroeg ouderlijk contact wat als gestoord kan worden geduid, en zeker ook iets in de relatievorming met het andere geslacht dat als psychisch ondermijnend kan worden geïnterpreteerd. En bij elk nieuw, en verrassend inzicht (dússs, u zit altijd in geldnood om uw autoritaire vader een hak te zetten) raak ik euforisch enthousiast (ja, we hebben er weer een inzicht bij!) en adviseer de patiënt vervolgens om er twee weken voor uit te trekken om de originele, schokkende inzichten te verwerken.
In dezelfde sfeer is het voor mij, professioneel gesproken, ook bijzonder uitdagend om steeds weer nieuwe inzichten te verzamelen voor patiënten die, bijvoorbeeld, geen ambitie voelen om te werken. Deze inzichten kunnen variëren van ‘nooit gestimuleerd met deugdelijk speelgoed in de kinderjaren’ of ‘haat-liefde verhouding met stiefvader waardoor een emotioneel vacuüm is ontstaan tot ‘emotionele leegte waardoor het besef van eigen identiteit niet is ontwikkeld’; allemaal inzichten die mij, als therapeut, een intellectuele uitstraling geven, en tegelijkertijd de patiënt, dieptepsychologisch, interessanter maken.
De mooiste inzichten hebben meestal te maken met de plaats van geboorte. Wie, bijvoorbeeld, het levenslicht in Almelo heeft gezien, is, logischerwijs, besmet geraakt met het saaiheidvirus, of zoals Herman Finkers ooit zo mooi zei: ‘soms gaat het licht op rood, soms gaat het licht op groen, in Almelo is altijd wat te doen.’
Na verloop van tijd raakt menig pati‘nt vermoeid door al het denkwerk. Gefrustreerd en geïrriteerd vraagt hij dan: ‘wat schiet ik nu op met al die inzichten?’ Pas dan heb ik het spreekwoordelijk schot voor open doel, en antwoordt met opgewonden verbazing: ‘goh, ik wist niet dat je haast had om ergens te komen.’
Auteur: Jeffrey Wijnberg
Originele publicatie: de Telegraaf
Datum: ma 23 jun 2008, 06:30