Wie blij is, is daar blij mee. En wie, voor even, een intens gevoel van geluk ervaart, zou alleen maar willen dat het langer duurt. Maar wie angst, jaloezie of schaamte voelt, die zou dat soort gevoelens liefst helemaal niet willen voelen. Zo voert de mens een streng selectiebeleid over welke gevoelens in zijn beleving aanwezig mogen zijn.
Wat blijkt: juist het voeren van dit strenge selectiebeleid, creëert een heftig psychisch probleem. Want wie nadrukkelijk zijn negatieve gevoelens probeert uit te bannen, zal er juist door worden achtervolgd. Zo heeft Jojanneke tijdens haar zwangerschap momenten van paniek als zij bedenkt dat haar ongeboren kind wel eens schade kan oplopen door alle ziektekiemen om haar heen; een zorg die een goede moeder in de dop kenmerkt. Maar door die zorg voelt zij zich gespannen; en heeft zij er een zorg bij: namelijk dat het kind ook nog schade kan lijden door haar gespannen houding. Nu ligt het voor de hand om Jojanneke aan te raden om manieren te vinden om iets van ontspanning te zoeken, bijvoorbeeld door ontspanningsoefeningen te doen of door een lekker warm bad te nemen. Maar juist het gericht zoeken naar ontspanning, voert het gevoel van spanning alleen maar op. En in mijn optiek is dat logisch. Want wie zijn gevoelsleven probeert te ontdoen van alles wat als onprettig wordt ervaren, zal er juist door geobsedeerd raken. Gerben maakt dezelfde fout. Na een periode van langdurige inspanning, is hij moe geworden; en door zijn lagere energieniveau wordt hij soms overvallen door een gevoel van vlakke somberheid; een gevoel die hij onmiddellijk probeert te torpederen door hard te lopen en te dansen op vrolijke muziek. Door het oppompen van lichaamseigen adrenaline, kan hij soms de somberheid verdrijven, maar zakt daarna toch weer weg in een gevoel van intense moeheid. Tegen mij zegt Gerben: ‘het is toch logisch dat ik mij niet rot wil voelen, wie wil dat nou wel?!’ Ik zeg: ‘nee, begrijpelijk is het wel, erg verstandig is het niet; want wie ook zijn eigen gevoel van futloosheid toelaat, zal zich niet meer hoeven uitsloven om zich beter te voelen; en juist dat opent de weg naar een gezonde energiehuishouding’. Het klinkt wellicht vreemd, maar ook als een patiënt klaagt dat hij zich ronduit beroerd voelt, is mijn eerste reactie: ‘ok, mooi dan is dat vast en zeker niet zonder reden’. En in de praktijk blijkt dat, telkens weer, ook precies te kloppen.
Kenmerkend aan elk soort gevoel is dat deze maar een beperkte levensduur heeft. Boos worden, bijvoorbeeld, is zo gepiept; veel moeilijker is het om boos te blijven. Zo is de mens ook niet gemaakt: hij kan van alles ervaren, maar kan die beleving niet fixeren. En wie simpelweg dankbaar kan zijn voor een rijk gevoelsleven, die kent geen probleem.
Er heeft nog niemand gereageerd op deze pagina.
RSS feed van de reacties op deze pagina | RSS-feed voor alle reacties