Samen kun je meer. Dat is niet alleen een feit, maar ook een last. Want er is nogal wat geduld voor nodig om anderen, bij voortduring, in je leven toe te laten. Niemand is perfect. Alleen dat is tegelijkertijd ook het probleem: die imperfecties van de mens maken het des te moeilijker om elkaar te kunnen verdragen.
Toch is dat de bedoeling; en wel omdat mensen van elkaar afhankelijk zijn. Zo is er een constante beweging tussen mensen: naar elkaar toe en van elkaar weg, met de behoefte om samen te komen, afgewisseld met de behoefte om weer even alleen te zijn. En om deze twee tegengestelde behoeftes mogelijk te maken, moet de mens ook telkens weer iets nieuws verzinnen: samenwonen is misschien wel prima, maar liefst wel met meerdere ruimtes waar de één zich even kan terugtrekken van de ander. Even een kort praatje met iemand uit de buurt, om even later toch opgelucht weer je eigen weg te kunnen vervolgen. Wel naar het werk om verlost te zijn van thuis om aan het einde van de dag met plezier naar huis om even verlost te zijn van het werk. Constant zoeken we toenadering tot elkaar om even later weer rechtsomkeert te maken. Met plezier een afspraak maken met een vriendin, om na een uur of wat toch weer los te willen komen van de verplichting ervan. Ja, het is maar goed dat de meeste contacten van voorbijgaande aard zijn, anders zou menigeen gillend gek worden. Het is daarom welhaast een wonder te noemen wanneer iemand, ook voor langere tijd, aan te merken is als: aangenaam gezelschap. Kijk maar eens goed in de spiegel en vraag jezelf in alle eerlijkheid af: ben ik zelf wel aangenaam gezelschap? De meeste mensen moeten wel toegeven dat zij nogal wat ergernis kunnen oproepen. Zo heb je lieden die nauwelijks iets te melden hebben, als ook mensen die juist weer teveel te melden hebben. Dan zijn er figuren die veel praten, maar niets zeggen, als ook van die mensen die veel praten en nooit iets vragen. Ook nogal wat types die veel vragen om niets te hoeven zeggen of types die alleen iets weten te zeggen als er iets gevraagd wordt. En dan heb ik nog maar het topje van de ijsberg. Hogelijk irritant zijn ook: de betweters, de opscheppers, de schijnheiligen, de complotdenkers, de muurbloempjes, de harde praters, de passievelingen, de alcoholici, de oordelaars, de roddelaars, de uitslovers, de fantasten, de zuigers, de slachtofferigen, de passief-agressievelingen, de criticasters, de negatievelingen en van die mensen die altijd heppie-de-peppie zijn. Even kan, maar niet voor lang.
Als ik naar een sociale gelegenheid ben geweest, zeg ik altijd op de terugweg tegen mijn vrouw: ‘wat ben ik blij dat ik met jou naar huis ga’. Mijn vrouw is vooral blij dat ik nog niet met pensioen ben.
Er heeft nog niemand gereageerd op deze pagina.
RSS feed van de reacties op deze pagina | RSS-feed voor alle reacties