Een luisterend oor is niet erg gemakkelijk te vinden. En soms lijkt het wel of iedereen alleen maar met zichzelf bezig is. Groot nieuws: die constatering klopt als een bus; en dat komt vooral omdat het tonen van interesse een vermoeiende aangelegenheid is. Tien kilometer hardlopen is minder inspannend dan vijf minuten luisteren.
Belangrijk om te beseffen is dat er genoeg mensen zijn die wel degelijk belangstelling hebben voor hun medemens; en dan ook nog een beroep hebben waar medemenselijkheid een integraal onderdeel vormt van wat zij doen. Zo zal de taxichauffeur, de verpleegkundige, de kapster of de kroegbaas niet alleen hun vak uitoefenen, maar tegelijkertijd de nodige persoonlijke aandacht schenken aan hun klant, simpelweg omdat dit hoort bij deugdelijke dienstverlening. En het scheelt dat deze lieden worden betaald voor wat zij doen zodat het ook loont om interesse te tonen. Dat is tegelijkertijd de reden waarom in het vrije veld vaak weinig belangstelling te vinden is. Mensen zijn vrij van verplichtingen; en hebben even genoeg aan zichzelf om een beetje leuk de dag door te komen. Daarom is het ook logisch dat veel ontmoetingen kortstondig zijn met een beleefde uitwisseling van ‘alles ok’ en ‘ja, prima’, om op die manier niet vast te zitten aan een oeverloos gesprek. Wie de nodige ervaring heeft met het tonen van interesse, weet ook hoe het dikwijls gaat: geef de ander een vinger (aan belangstelling) en hij neemt de hele hand. Ik bedoel, het lijkt zo simpel om interesse te tonen. En dat is het ook. Maar als, met jouw luisterend oor, iemand op zijn praatstoel komt, dan is hij niet meer te stoppen. En dat gegeven alleen al, is zo vermoeiend dat menigeen er dan net zo lief helemaal niet aan begint. Zo bekeken is de volwassen mens net als een kind die gestapelde blokjes omgooit. Want als het kind doorheeft dat één van de ouders de blokjes weer op elkaar stapelt, dan zal hij schaterlachend, met het omgooien, van geen ophouden weten. Stellen die wat langer bij elkaar zijn, zullen ongetwijfeld de ervaring hebben dat ook dan het (echt) luisteren nogal tegenvalt. Dat heeft te maken met het feit dat de vrouw zeer gedetailleerd praat over niemanddalletjes, terwijl de man alleen wat mompelt of heel erg uitweidt over zijn gekoesterde opvattingen. Uitzondering zijn misschien de kleinkinderen: als die hun verhalen vertellen aan de grootouders, dan is er altijd wel genoeg energie om, voor langere tijd, de aandacht erbij te houden.
Als psycholoog is mijn luisterend oor natuurlijk ook cruciaal. Maar gelukkig heb ik een koffer vol met speelse interventies waarmee ik lekker aan de slag kan. Want als ik alleen maar zou moeten luisteren, dan was mijn batterij snel leeg. Daarom is mijn spreektijd groter dan de die van de patiënt. Logisch, want wat de patiënt zegt, heeft hij zelf al zo vaak gehoord.
Er heeft nog niemand gereageerd op deze pagina.
RSS feed van de reacties op deze pagina | RSS-feed voor alle reacties