25 February 2008
Door: Jeffrey Wijnberg
Iedereen die iets wil leren, heeft daar, vandaag de dag, niemand anders voor nodig. De leerling kan boeken lezen, informatie vergaren op internet, zijn eigen stappenplan volgen middels een voorgeschreven schema, op onderzoek uitgaan in de wereld om hem heen en door vallen en opstaan, bijvoorbeeld, zichzelf aanleren om trompet te spelen.
Dit soort van doe-het-zelf-studie is de centrale filsofie van het hedendaagse onderwijs: laat de leerling zijn eigen verantwoordelijkheid dragen om wijzer te worden; dan kan hij ook zijn eigen tempo bepalen. De docent heet nu coach en is daardoor vrijwel helemaal uit beeld verdwenen. Hij mag alleen maar wat simpele aanwijzingen geven als de student de weg even kwijt is. Het is voor mij, als psycholoog, dan ook geen verrassing dat de gemiddelde Nederlander steeds dommer wordt, al was het alleen maar omdat de mens nooit slimmer kan worden als hij niet eens weet wat hij niet weet.
Ik bedoel: als mijn oma niet samen met mij een appeltaart had gebakken, dan had ik, als kind, er ook geen weet van dat ik een appeltaart zou kunnen bakken; en al helemaal niet dat ik het bakken van een appeltaart ook leuk zou vinden. En met de appeltaart van mijn oma kom ik, als vanzelf, op het allerbangrijkste punt waar het in deugdelijke kennisoverdracht om gaat, namelijk: het menselijk contact.
Het jongetje wil niet leren voetballen omdat hij dat zelf bedenkt, maar omdat zijn enthousiaste vader dat met hem samen doet, om vervolgens met andere enthousiast gemaakte kinderen daar in teamverband nog meer plezier aan te beleven. Kinderen, en volwassenen gelijk, hebben de inspiratie, de motivatie en de stimulatie van anderen nodig om zelf enthousiast te worden voor iets waarvan ze zelf niet eens het bestaan konden vermoeden.
Psychologisch gezien is het gegeven van menselijk contact nog vele malen belangrijker dan menigeen beseft. Heel veel jonge kinderen missen de maatschappelijke boot omdat zij lijden aan onderstimulatie: geen ouders, geen familieleden en geen leerkrachten die hen aan de hand meenemen om te laten voelen dat zij ook de moeite waard genoeg zijn om iets te leren.
Het hedendaagse motto ‘zoek het zelf maar uit’ heeft daarom verstrekkende gevolgen: het gevoel van eigenwaarde wordt ernstig aangetast en vooral kinderen die toch al, van nature onzeker of afwachtend in het leven staan, raken nog meer geestelijk verdwaald dan zij al zijn. Voor mijn eigen praktijk (alweer een depressieve student met een identiteitscrisis) rinkelt de kassa, maar het is geld verdienen waar ik niet vrolijk van word.
Nee, als er iets is wat wij Nederlanders moeten leren van de commissie-Dijsselbloem, is dat docenten weer voor de klas moeten schitteren met hun eigen enthousiaste verhalen over wat zij weten. Want, alleen als het kind, met al zijn zintuigen, geraakt wordt door een meester in het vak, zal hij pas de ambitie voelen om zelf van betekenis te willen zijn voor de mensen om hem heen.
Auteur: Jeffrey Wijnberg
Originele publicatie: de Telegraaf
Datum: ma 25 feb 2008, 06:30