Samenwonen is een genot als je elkaar liefhebt. Maar voor stellen in scheiding is er momenteel een groot probleem omdat er vaak geen andere woonplek beschikbaar is. En dat gegeven vertraagt het rouwproces dat nodig is om het leven, zonder partner, op een constructieve manier vorm te geven.
Daar zit je dan met elkaar opgescheept; en geeft de aanwezigheid van de ander alleen al een ongemakkelijk gevoel. Het is vooral heel bevreemdend omdat je ooit zoveel lief en leed hebt gedeeld. Nu is er alleen afstandelijkheid dat de klok slaat; en is het een kunst om niet in elkaars vaarwater te lopen. Als er al een gesprek plaatsvindt dan is dat over dagelijkse huishoudelijkheden of over de (eventuele) kinderen waar de ouders dan wel enige overeenstemming moeten kunnen vinden. De ergernissen die tot de scheiding hebben geleid zijn er niet minder om; en kunnen juist, door het gedwongen samenzijn, extra toenemen. Geen wonder dat beiden het huis uitvluchten om, voor even, niet met elkaar geconfronteerd te hoeven worden. Misschien dat een heel enkel stel er nier echt onder lijdt om voor langer onder één dak te wonen omdat de relatie toch al één was in de categorie broer-zus, oftewel: geen enkel wederzijdse seksuele interesse en tegelijkertijd toch best goed vriendschappelijk contact. In dat geval kan er wat meer ontspannen gewacht worden op een nieuwe woning, waarbij op het aangewezen moment, beiden elkaar kunnen helpen met de verhuizing. Ook nog een harmonieuze afronding van die langere periode samen. Wordt de relatie vooral gekenmerkt door vijandschap dan is het zaak om op zoek te gaan naar tijdelijke logeeradressen, zoals bij een vriend(in), een collega of bij één van de familieleden. Desnoods kan weer tijdelijk onderdak gevonden bij de ouders, tenminste als die nog in leven zijn. In dat geval heb je, voor even, de status van boomerangkind, het kind dat vanzelf op het ouderlijk nest terugkeert als het leven tegenzit. Bedenk dat het zeker kan schande is. Immers, nood breekt wet; en menig ouderpaar ziet het als een welkome afwisseling in hun eigen relatie als er weer wat jong bloed in het huis rondloopt. Nu is het niet-fysiek-van-elkaar-kunnen afkomen (door het gebrek aan woonruimte) wel een actueel probleem, maar ook weer niet eentje waar je onmiddellijk psychologische hulp voor moet zoeken. De hulpverlener zal het feitelijke probleem ook niet kunnen oplossen; en er ook niet op zitten wachten om, bij herhaling, de ergernissen over de ex te moeten aanhoren. Ik bedoel, het is allemaal bijzonder vervelend, maar beslist niet onoverkomelijk.
Wie in een bloeiende liefdesrelatie gaat samenwonen, zal er niet bij stilstaan dat er ooit een dag komt dat hij dat samenwonen verafschuwt. Desondanks kan het helemaal geen kwaad om altijd ergens een eigen plek achter de hand te hebben. Een dergelijke preventieve maatregel kan zelfs de kans op een scheiding doen afnemen.
Er heeft nog niemand gereageerd op deze pagina.
RSS feed van de reacties op deze pagina | RSS-feed voor alle reacties