Dat twee pimpelmezen zich voorplanten, daar doet niemand moeilijk over. Sterker nog: vol verwondering kijkt de mens toe hoe, ieder jaar weer opnieuw, kleine pimpelmeesjes het levenslicht zien; en uitvliegen om zelf weer te kunnen paren. Als het gaat om de menselijke voortplanting, dan is het moeilijk-doen troef.
Zo erg zelfs, dat vrouwen massaal bij de psycholoog belanden. Deze vrouwen zijn doorgaans al een eind op weg om hun vruchtbaarheid te verliezen; en raken in paniek omdat de tijd begint te dringen. Nu is het zelden zo dat deze vrouwen tegen de psycholoog zeggen: ‘ik ben bang dat ik mijn vruchtbaarheid niet te gelde kan maken’. Dat zeggen zij niet zo omdat zij geleerd hebben om hun bestaan een geheel andere invulling te geven; een invulling die los staat van het moederschap. Deze vrouwen hebben een opleiding gevolgd; en zullen, conform de maatschappelijke norm, die opleiding inzetten om zinvol werk te doen. En daar is natuurlijk helemaal niets op tegen. Dat vrouwen vandaag de dag zich geestelijk in alle vrijheid kunnen ontwikkelen om vervolgens zelfredzaam door het leven te gaan, is een compliment voor de samenleving. Probleem is alleen dat de voortplanting, als oer-fenomeen van de natuur, juist door die geestelijke vrijheid, geen normale status meer heeft. Want vrouwen moeten nu eerst bedenken waarom zij zich zouden willen voortplanten. In de praktijk betekent dit dat er altijd wel een reden is om de voortplanting uit te stellen: de bijbehorende man heeft zijn bedenkingen, het inkomen is nog niet toereikend, de relatie is nog niet bestendig genoeg, de vervolgopleiding is nog niet afgerond, de wereldreis is nog niet gemaakt, niemand van de vrienden heeft nog een kind, de behuizing laat nog te wensen over of de neiging om vreemd te gaan is teveel aanwezig. Op deze manier wordt de natuurlijke drang van het voortplanten, in psychische zin, zo onderdrukt dat vrouwen bedwelmd raken in een soort identiteitscrisis: zij rennen van hot naar her, komen tijd te kort voor al hun creatieve plannen, zijn sociaal zeer ondernemend, maar hebben toch het gevoel dat zij het maar niet echt kunnen vinden. Dat is het moment waarop deze vrouwen zich melden bij de psycholoog, meestal met forse klachten van overspannenheid. En het gesprek gaat dan natuurlijk vooral over hoe zij van die klachten af kunnen komen. Aan alle lezers leg ik nu de prangende vraag voor: mag een psycholoog dan adviseren aan deze vrouwen om zwanger te worden?
Met of zonder advies: in de praktijk blijkt telkens weer dat vrouwen die in deze levensfase alsnog zwanger worden opgelucht ademhalen; en als sneeuw voor de zon verlost zijn van hun klachten en identiteitscrisis. Misschien moet iedereen wat vaker naar de parende pimpelmezen kijken, om vervolgens de verwondering mee te nemen voor eigen gebruik.
Er heeft nog niemand gereageerd op deze pagina.
RSS feed van de reacties op deze pagina | RSS-feed voor alle reacties