Tegenwoordig vliegt de stelligheid mij om de oren; en uiten mensen hun mening alsof zij, als enige, het ware licht hebben gezien. Het onderwerp maakt niet uit, want iedereen heeft overal verstand van. Zozeer zelfs dat ik, steeds meer, begin te verlangen naar een gesprekspartner die kan twijfelen.
Naar iemand die kan zeggen: ‘ik weet het allemaal niet zo goed’ of ‘wat is de wereld ingewikkeld’ en ‘ik ben er nog even niet helemaal uit wat goed of wat slecht is’. Want mensen die durven te twijfelen, zijn mensen die open staan voor een gesprek, die zelfkritisch zijn en zich bewust zijn van een wereld die bol staat van (schijnbare) tegenstrijdigheden. Mensen die twijfelen zijn doorgaans ook mensen die het geen probleem vinden om hulptroepen in te schakelen, om advies in te winnen met het besef dat er altijd wel iemand is die iets beter weet of beter kan; en daarom ook belang hechten aan de mening van doorgewinterde experts. Zo iemand zal, met ontspannen gemak, de medewerker in de winkel vragen om mee te denken wat de beste aankoop zou kunnen zijn of welke kleurencombinatie het beste staat. Zo iemand weer dat over smaak best wel te twisten valt; en dat de frisse kijk van een ander nieuwe ideeën kan genereren. Gek genoeg worden twijfelaars nogal eens met de nek aangekeken, alsof zij een zwak karakter zouden hebben. Maar niets is minder waar: twijfelaars tonen juist mentale kracht omdat zij beseffen dat hun eigen leerproces nooit een eindpunt heeft bereikt. Op mijn spreekuur ben ik tegenwoordig snel klaar met de stelligheid van een nieuwkomer. Zo kwam Gerard (39) eerst met de klacht dat hij ‘nogal dun zat in sociale contacten’ om er vervolgens aan toe te voegen: ‘ach, ik vermaak mezelf eigenlijk ook prima; en erger me eerder aan mensen dan dat ik er wat aan heb’. Daarna zegt Gerard: ‘soms heb ik het gevoel dat ik nergens bij hoor’ en is mijn vraag: ‘waar zou je dan bij willen horen?’. Zijn antwoord is: ‘goed beschouwd, nergens bij; en ben ik er wel trots op dat ik een eigenwijze loner ben’. Als ik vraag of hij ook enige twijfels heeft over zijn leefwijze, zegt Gerard: ‘nee, twijfelen komt in mijn woordenboek niet voor’. Ik feliciteer hem met zijn standvastige stelligheid; en concludeer dat hij zichzelf prima kan redden, ook zonder psycholoog. Hij verlaat, na een half uur, zichtbaar vertwijfeld mijn spreekkamer, maar zegt daar niets over. Ook goed. Want alleen als hij zijn twijfels kenbaar zou maken, kan er pas sprake zijn van deugdelijke hulpverlening.
Het zal niemand verbazen dat vrouwen meer dan mannen, kunnen twijfelen; en meestal aan zichzelf: of ze wel het leven leiden dat zij willen leiden en of ze sociaal genoeg zijn of juist meer aan zichzelf zouden moeten denken. En dat is prima. Want twijfelen doet vernieuwen.
Er heeft nog niemand gereageerd op deze pagina.
RSS feed van de reacties op deze pagina | RSS-feed voor alle reacties