Meest dierbaar zijn je (kleinkinderen). Tenminste, voor mij wel. En juist daarom zijn de zorgen die je kunt hebben evenredig groot. Ouders kunnen (doods)angsten uitstaan, ook al is er helemaal niets aan de hand. Zo is zorgen-hebben welhaast synoniem met zorgen-voor je (klein)kinderen; en is het topprioriteit om hen nooit uit het zicht te verliezen.
Nu verdwijnen kinderen natuurlijk wel uit het zicht; en dan meestal als zij voor het eerst ergens, in een andere stad of streek, op kamers gaan. Maar tot die tijd is het meer dan normaal om, bij voortduring, een oogje in het zeil te houden. Zo gaat het in de opvoeding, telkens weer, om de combinatie van vertrouwen (geven) en (noodzakelijke) bescherming. Dit gegeven doet mij denken aan de strandvakanties van weleer: vertrouwen gaf ik aan mijn kinderen dat zij, samen met speelmaatjes, naar hartenlust in zee konden zwemmen en tegelijkertijd bleef ik, zonder enige onderbreking, hun bewegingen volgen om in te kunnen grijpen als, onverhoopt, iets mis zou gaan. Dat ik hen zo nauwlettend bespioneerde, hebben zij nooit geweten. Ook niet toen zij wat ouder waren. Als mijn dochters, als tieners, met vriendinnen een avondje uit gingen, volgde ik hen in de auto op gepaste afstand; en heb ik dit pas verteld toen zij zelf kinderen hadden. Met terugwerkende kracht waren zij ietwat verontwaardigd, maar dat begrijp ik ook wel. Voor mij, als vader, was het toch altijd van eminent belang om beschermend op te kunnen treden. Kinderen begrijpen dit alleen als zij zelf kinderen hebben. En de reden dat ik hier de aandacht voor vraag, is omdat veel ouders enige schaamte ervaren dat zij zich zoveel zorgen maken. Welnu, ik zeg: het zorgen-maken over je kinderen is niet alleen wat ouders (normaliter) doen, maar is het ook van belang om, als ouders, je (klein)kinderen nooit uit het zicht te verliezen. Dat kinderen, vooral op latere leeftijd, dit als irritante bemoeizucht kunnen betitelen, is altijd nog beter dan dat zij later bij een therapeut op bezoek moeten gaan omdat zij zich emotioneel verwaarloosd voelen, oftewel: liever tien keer gebeld met de kinderen met een zuchtende ‘ja, ja alles is prima, dat heb ik gisteren toch ook al gezegd’ dan dat het kind denkt: ‘nou die ouders van mij kan het kennelijk niets schelen hoe het met mij gaat, want anders hadden zij allang een keer gebeld’. Nooit zal ik vergeten wat mijn jongste zoon (10) een keer zei toen hij thuiskwam van school: ‘pap, heel fijn dat je klaar zit met thee en wat lekkers, maar heb je niet iets voor jezelf te doen?!’
Natuurlijk ken ik het woord ‘overbezorgd’; en menigeen zal denken dat ik dat predicaat verdien. Maar ik weet, uit ervaring, dat ouderlijke overbezorgdheid mijn kinderen niet in de weg heeft gestaan van een normale ontwikkeling. Zij zijn nooit uit zicht. Ik wel.
Er heeft nog niemand gereageerd op deze pagina.
RSS feed van de reacties op deze pagina | RSS-feed voor alle reacties