03 January 2008
Door: Jeffrey Wijnberg
Met boude uitspraken als 'ban de Koran', 'zet de Koningin uit de regering' en 'Vogelaar is knettergek' houdt Geert Wilders de gemoederen bezig en weet hij als geen ander de aandacht van de media te trekken.
Hoe oppervlakkig zijn oneliners ook lijken, het gevolg is telkens weer dat er wel een diepgaande discussie op gang komt over de thema's die hij aanroert. En dat is, hoe politiek gekleurd u ook bent, een prestatie van formaat.
Het is dan ook niet verwonderlijk dat Wilders als politicus van het jaar gekozen is: zijn thema's domineren het debat, waardoor hij de politieke agenda dicteert. Het is daarom meer dan interessant om te analyseren welke psychologische tactieken hij hanteert, als ook het opvallende en komische gegeven dat zijn tegenspelers geen raad weten met zijn onconventionele aanpak.
Centraal in zijn benadering is de provocatie: hij neemt stelling op een volstrekt ongenuanceerde manier (de PvdA heeft de ruggengraat van een banaan), waardoor een aantal effecten wordt gesorteerd: 1) de aangesproken partij voelt zich gekwetst of geïrriteerd, 2) de aangesproken partij zal zich automatisch willen verdedigen, 3) de aangesproken partij voelt zich gedwongen om het ongenuanceerde te nuanceren. Dit effect wordt in de (provocatieve) psychologie ook wel aangemerkt als de reflex tot zelfbehoud, oftewel: duw iemand onder water en hij zal, als vanzelf, tegenspartelen om weer adem te kunnen halen.
Bovendien zorgt het zwart-witte karakter van zijn uitspraken (het is werken of vertrekken) dat anderen zich geroepen voelen om te relativeren. Zo bekeken is het daarom volstrekt onzinnig om Geert Wilders weg te willen hebben uit de politiek omdat hij de perfecte aangever is voor de ander om een eigen doelpunt te kunnen scoren.
Sterker nog, Geert Wilders is een zegen voor politiek Nederland omdat hij alle partijen in de gelegenheid stelt werkelijk kleur te bekennen. Iedereen die, door het optreden van de PVV-leider, oproept tot 'toonmatiging' (blijf vriendelijk en beleefd), laat zich van een (psychologisch) zwakke kant zien.
Het is vergelijkbaar met wat gebeurt tijdens een huwelijksconflict (als je zo tegen mij schreeuwt, dan praat ik niet meer met je): het enige (slappe) verweer tegen de argumenten is dat je de ander aanvalt op zijn emotionaliteit.
Psychologisch sterker is het wanneer de opponenten van Wilders nog Wilderiaanser tekeer zouden gaan (ik knettergek!!? jij bent helemaal van de pot gerukt!!), om vervolgens met goede tegenargumenten het pleit te beslechten.
Goed beschouwd legt Wilders bloot hoe bang politici zijn om zichzelf emotioneel bloot te geven, alsof vuur en passie niet zouden thuishoren in een tak van sport waar het juist gaat om zaken van levensbelang.
Als ik adviseur zou zijn van Geert Wilders (bel gerust), dan zou ik hem aanraden om op gezette tijden nog meer te (glim)lachen en in het contact met zijn tegenspelers wat meer warmte en medemenselijkheid uit te stralen. Want, de provocatieve mix van humor, uitdaging en goed contact is nog effectiever dan provocatie alleen.
Auteur: Jeffrey Wijnberg
Originele publicatie: de Telegraaf
Datum: do 03 jan 2008, 14:35