Een potje winnen, wil iedereen. Niemand houdt ervan om verliezer te zijn. Maar sommigen zijn zo winstbezeten dat zij in alles een wedstrijd zien; en is een onvermijdelijk verlies het startpunt voor revanche. Zo kan deze winstbezetenheid uitgroeien tot een psychische stoornis; eentje die het volwassen-functioneren volledig blokkeert.
En die stoornis ondermijnt vooral het onderhouden van liefdevolle relaties. Het meest prominente en actuele voorbeeld is de huidige Amerikaanse president, Donald Trump. Of het nu gaat om de verkiezingsuitslag, zijn zakelijk imperium of zijn interacties met China: voor hem is er maar één uitslag mogelijk, namelijk een klinkende overwinning. En zelfs als er met cijfers kan worden aangetoond dat hij verloren heeft, dan nog heeft hij gewonnen, simpelweg omdat de tegenstander vals heeft gespeeld. Zijn houding doet mij denken aan mijn opa: als tijdens een schaakpartijtje ik de winst voor het grijpen had, stootte hij, zogenaamd per ongeluk, het schaakbord omver en zei dan: ‘dat ik gewonnen had, kunnen we nu niet meer zien; jammer, maar je mag straks weer met mij spelen om je te revancheren’. Ook al was ik het kind, zijn gedrag was natuurlijk nog kinderlijker. Zo bekeken zou je kunnen zeggen dat tegen-je-verlies-kunnen iets is wat hoort bij het ontwikkelen van volwassen gedrag. En als psycholoog onderschrijf ik die zienswijze. Desondanks zijn er heel veel lieden die misschien wel als volwassen zijn aan te merken, maar tegelijkertijd geen spoortje van verlies kunnen incasseren. Erger nog: juist in liefdesrelaties is er dikwijls sprake van een doorgaande competitie, waarbij de ene partner alles aangrijpt om als winnaar uit de bus te komen. Zegt de man dat hij een drukke dag heeft gehad, dan zal de vrouw beweren dat zij een veel drukkere dag heeft gehad. Zegt de vrouw dat zij op een regime zit van gezond eten, dan zal hij erachteraan zeggen dat hij meer ziet in veel lichaamsbeweging. Ruimt hij de vaatwasser uit, dan hoort hij al gauw van haar dat het veel efficiënter kan. En meldt de vrouw dat zij de laatste tijd zoveel spierpijn heeft, dan zal de man dat wellicht willen overtroeven door te melden hoe slecht hij slaapt. Ja, het is te bizar voor woorden, maar stellen zijn zelfs in competitie als het gaat om hun kwalen. De één mag niet zieker, zwakker of misselijker zijn dan de ander. Want ook als het gaat om het aantal of de ernst van klachten, zullen partners elkaar de loef af willen steken. Ooit had ik een echtpaar op mijn spreekuur. Zij duwde hem in een rolstoel naar binnen en zei: ‘ook al is hij verlamd, wil dat niet zeggen dat hij zieliger is’.
Een competitieve instelling, daar is natuurlijk helemaal niets mis mee. Maar als die houding uitgroeit tot winstbezetenheid dan heb je een (relationeel) probleem; te omschrijven als een gebrek aan sportiviteit; en dat is een heuse (ontwikkelings)stoornis.
Er heeft nog niemand gereageerd op deze pagina.
RSS feed van de reacties op deze pagina | RSS-feed voor alle reacties