09 March 2009
Door: Jeffrey Wijnberg
De mens wil vrij kunnen kiezen. Daarom gebruikt hij vol overgave zijn afstandsbediening voor de televisie. Vanuit zijn zachte zetel kan de zapper met één druk op de knop zich verplaatsen naar alle uithoeken van de wereld met een snelheid waar elk gevleugelde soort jaloers op zou zijn.
Hij kan kiezen voor een Frans drama of een voettocht door de binnenlanden van Indonesië, om op elk willekeurig moment over te schakelen op een lekker potje voetbal in Spanje, waardoor ook nog eens een regenboog aan gemoedstoestanden voor het grijpen ligt. En dat is een keuzevrijheid die, in het licht van de geschiedenis van de mens, ongekend is.
Maar het is ook deze grenzeloze keuzevrijheid die een geestelijke uitputtingsslag teweegbrengt met als gevolg dat de zapper zichzelf de put inzapt. Hoe dat kan? Zo: de zapper zapt op zoek naar iets, zonder te weten waar hij precies naar op zoek is. En omdat de zapper geen vooropgezet plan heeft, blijft hij, in eerste instantie, heel blijmoedig zwerven in de hoop dat hij, bij wijze van toeval, ergens terechtkomt waar hij ontdekt dat hij daar wilde zijn.
Al zappend kan hij ergens blijven hangen waar iets van een goed gevoel ontluikt. Maar het goede gevoel houdt niet aan, waardoor hij in zijn onvrede verder moet zappen naar iets beters. En terwijl hij verder zapt kan het inderdaad gebeuren dat hij iets beters vindt; zoveel beter dat hij daar even kan genieten van het resultaat van zijn zoektocht. Maar omdat bij de zapper het besef groeit dat hij, door zich vast te leggen, alle andere keuzes uitsluit, kan hij niet echt lang genieten van waar hij is blijven hangen. En opnieuw moet hij zijn zoektocht voortzetten. En laat de zapper nou inderdaad soms uitkomen op een plek waar het even goed, of misschien nog beter lijkt te zijn dan waar hij zo-even was; ja, dan slaat de twijfel toe tussen welke van de twee werelden hij moet kiezen.
Bevangen door twijfel, blijft hij heen en weer zappen tussen de ene en de andere wereld, waardoor het gevoel van echte betrokkenheid met een van beide werelden achterwege blijft. Ondertussen laat de zapper zich leiden door de mensen die hij onderweg tegenkomt. En bij de minste of geringste irritatie of verveling zapt hij diezelfde mensen weg, waardoor ook nog eens het gevoel ontstaat dat er niemand in de wereld is die hem echt aanspreekt.
Moedeloos komt de zapper dan ook dikwijls tot de conclusie dat de wereld helemaal niets verheffends te bieden heeft. Maar in werkelijkheid is het eerder andersom. De zapper is zelf nooit echt op zoek naar iets verheffends. En door zich met niets en niemand te verbinden, zapt hij zichzelf helemaal leeg.
Auteur: Jeffrey Wijnberg
Originele publicatie: de Telegraaf
Datum: ma 09 mrt 2009, 06:30